Toen ik voor het eerst in aanraking kwam met Agile, kende ik de waarden en principes al. Maar ik rende niet meteen naar het team om deze te introduceren of om iedereen te dwingen ze te volgen. In plaats daarvan deden we gewoon de dingen waarvan we dachten: dit voelt Agile. We experimenteerden samen. En toen de resultaten zichtbaar werden – goed of fout – keken we terug en dachten: dit ís de kern van Agile. We gingen van doen naar begrijpen, in plaats van vanuit theorie in een strak keurslijf te stappen waarin we onze eigenheid zouden verliezen.
Daarom wisten sommige collega’s in ons team niet eens wat het Agile Manifest precies inhield. Maar stelde je ze de vraag: Zijn klanten tevredener? Reageren we sneller op veranderingen? – dan was het antwoord steevast: Ja!
“Misschien kon het team de twaalf principes van Agile software niet opdreunen, maar hun dagelijkse handelen bracht die principes juist in de praktijk.”
We stapelden geen werk op één persoon – iedereen pakte verantwoordelijkheid voor zijn deel en sprong bij waar nodig. We voerden niet klakkeloos eisen uit “omdat het zo moet”, maar vroegen steeds: Is dit écht in het belang van de klant? Kan het handiger? Soms gingen we zelfs zo ver dat we een verzoek ter discussie stelden: Als we dit precies zo bouwen, wordt het juist onhandig voor de klant. Het hele team dacht dan mee over een betere oplossing – ook als dat extra inspanning vergde.
Soms deden we dingen die allesbehalve Agile leken. Er waren Sprints waarin we bewust meer werk op ons namen dan verstandig leek, wetend dat we vertraging konden oplopen. Toch gingen we er vol voor. Niet om iets te bewijzen, maar om samen te ervaren waar onze echte grenzen lagen.
En ja, soms haalden we het niet. Dan zaten we als team bij elkaar, analyseerden wat er misging en pasten onze aanpak aan. De les was dan niet alleen: hoe beheren we onze backlog of velocity beter? Het ging vooral om groei in ons denken: durven uitdagen, durven falen, en daarvan leren.
Eerlijk gezegd gingen we soms tegen de zogenaamde ‘pure’ Agile-gedachte in. Maar juist daardoor ontdekten we dat Agile geen vastomlijnd setje regels is, maar een open manier van werken. Open voor verandering, open voor aanpassing. Hadden we ons alleen maar aan de theorie vastgeklampt, dan hadden we nooit de werkwijze gevonden die écht bij ons past.
Wat we na veel vallen en opstaan ontdekten: Agile werkt het beste wanneer het zichtbaar is in ons dagelijks handelen. Niet omdat we het tijdens vergaderingen blijven herhalen. Niet omdat iedereen de principes uit zijn hoofd kent. Maar omdat klanten merken dat het product telkens beter wordt. Omdat het team zich gehoord en verantwoordelijk voelt. Omdat we durven zeggen: dit werkt niet zo – en direct bijsturen.
We hoeven niet te etaleren dat we “Agile doen”, of het manifest groot aan de muur te hangen. Voor Infodation betekent Agile: de klant centraal zetten, snel reageren op verandering, en samen stap voor stap verbeteren.
Soms maakten we fouten. Soms sloegen we een zijweg in. Maar juist in die momenten ontdekten we wat Agile werkelijk is. Niet de Agile uit de boeken, maar de Agile die je bewijst in de praktijk.